logo
Jarenlange ervaring in alle soorten elektriciteitswerken

Instructies voor het aansluiten van een stopcontact!

Wat is het maximum aantal stopcontacten dat aan een circuit mag hangen? Welke kabel is nodig om een stopcontact aan te sluiten? Hoe sluit u een stopcontact aan? Met stapsgewijze instructies laat dit artikel zien hoe u een veilige verbinding kunt maken. Als u ondanks de instructies twijfelt, laat dan de werkzaamheden aan de elektrische installatie door een specialist uitvoeren.

Hoeveel stopcontacten op een circuit?

In het verleden was het niet ongewoon om in totaal twee tot drie licht- en stopcontacten te hebben voor een compleet woongebouw. Dat is vandaag de dag ondenkbaar, gezien het grote aantal huishoudelijke apparaten.

Bij de installatie van het huis is het daarom essentieel om ervoor te zorgen dat er niet te veel stopcontacten op hetzelfde circuit worden aangesloten. De richtlijn is een maximum van 4 tot 5 dubbele stopcontacten of 6 tot 7 enkele stopcontacten. Elke kamer moet speciaal gezekerd zijn (indien mogelijk). Dit is natuurlijk ook afhankelijk van de stroom die later wordt aangesloten. Als dit nog niet bekend is, is het beter om nog een circuit te voorzien.

Apparaten zoals een wasmachine, vaatwasser of magnetron moeten ook afzonderlijk worden geïnstalleerd en gezekerd. Meer nuttige informatie hierover vindt u in dit artikel.

Opgelet - Alvorens aan de elektrische installatie te werken, moet u de 5 veiligheidsregels in acht nemen.

Let op: werken aan het elektrische systeem kan levensbedreigend zijn. Om juridische redenen wil ik erop wijzen dat alle artikelen met schriftelijke uitleg en foto's geen volledige installatiehandleiding voor elektrische systemen zijn. U ontvangt alleen tips, hulp en suggesties vanuit het oogpunt van de auteur en exploitant van deze blog.

Belangrijk: Er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor persoonlijk letsel of schade aan eigendommen in geval van onjuiste en ondeugdelijke uitvoering. De werkzaamheden moeten daarom worden uitgevoerd of ten minste worden gecontroleerd door gekwalificeerd personeel.

Welke lijn of kabel is nodig?

Elke 230V geaarde contactdoos moet minimaal 3 draden hebben (NYM 3×1,5 qmm² kabel of draden in de leiding). Een beschermingsgeleider (groen-geel) moet worden meegenomen. De draaddoorsnede moet minimaal 1,5 qmm² zijn. De lijn moet worden beschermd door een B10A-minischakelaar. Bij een voedingsleidingdoorsnede van 2,5 qmm² voor de contactdoos moet de leiding worden beveiligd met een B16A stroomonderbreker.

  • De beschermingsgeleider moet "groen-geel" zijn.
  • De buitenste geleider, ook wel "fase" genoemd, moet zwart of bruin zijn.
  • De "nulleider" moet blauw zijn.

N.B.: In oude installaties uit het verleden golden andere voorschriften en daarom hadden er heel vaak andere kleuren kunnen worden gebruikt (bijvoorbeeld in oude huizen). Controleer dit altijd met een spanningstester. De juiste spanningstester is een basisvereiste bij het werken aan de elektrische installatie.

stopcontact testen

Sluit het stopcontact aan:

Belangrijk - controleer of er geen spanning is door middel van een spanningstester*.

De aansluitdraden moeten in de schakelaardoos zo worden geprepareerd dat ze nog steeds een lengte van 12 - 16 cm hebben.

Tegenwoordig zijn er bijna alleen nog maar contactdozen met stekkeraansluitingen. In het verleden hadden de bussen echter schroefklemmen en moesten ze met een schroevendraaier worden vastgezet. Vandaag de dag hebben de plug-in terminals hun waarde bewezen, omdat het veel sneller is om verbinding te maken.

Voordat u de draden stript, moeten de draden op het aansluitpunt erg recht zijn en geen bochten hebben. Als een draad licht gebogen is, kan het klempunt niet vasthouden of onveilig zijn, wat kan leiden tot smoren (brandgevaar).

Strip de drie draden (groen-geel, blauw, zwart) met de draadstripper voorzichtig over een lengte van 10 mm en zorg ervoor dat de binnenste koperdraad niet beschadigd raakt (een kleine inkeping op de draad met de draadstripper is voldoende om deze te laten breken).

Aansluiting van het stopcontact

Stapsgewijze geleiding Aansluiting van de stekkerdoos:

Sluit eerst de beschermingsgeleider (groen-geel) aan op de beschermingsgeleiderklem in het midden.

Het maakt in principe niet uit of je de fasegeleider aan de linker- of rechterkant van het stopcontact aansluit (de stekker van een apparaat wordt soms op deze manier ingestoken of andersom). U dient echter een uniforme procedure te volgen.

Ik raad altijd de nulleider (blauw) links en de fase (buitenste geleider) rechts aan.

Nu u de draden heeft geklemd, moet u ervoor zorgen dat de draden stevig in de klem zitten door kort en stevig aan de draden te trekken.

Nu u de stekkerdoos hebt aangesloten en de aansluitpunten opnieuw hebt gecontroleerd, moet u de stekkerdoos in de schakelaardoos bevestigen. Met behulp van schroeven* wordt de insteekbus in de meegeleverde schroefkoepels van de schakelbus bevestigd. Gebruik een kleine waterpas om "het stopcontact in het water te zetten".

Stopcontact aansluiten

Extra tip: Maak voor het aansluiten van de stopcontacten een rechte lijn met een potlood en een waterpas, 4 mm boven de inbouwdoos. Dit geeft u een exacte oriëntatie bij het bevestigen van het stopcontact* en het zal de eerste keer perfect recht zitten.